8 uur geleden
8 uur geleden
Nederland schreeuwt om nieuwe woningen. Politiek en gemeenten roepen ambitieuze aantallen: 900.000 huizen erbij voor 2030. Maar terwijl de nood hoog is, blijft de bouwkraan vaak werkloos staan.
De paradox is pijnlijk: iedereen wíl nieuwbouw, maar niemand wil het naast de deur. Bezwaarprocedures stapelen zich op, stikstofregels vertragen, netcapaciteit ontbreekt en grondprijzen rijzen de pan uit. Elk plan wordt een schaakspel tussen projectontwikkelaars, overheden, omwonenden en rechters. De oorzaak? Niet een gebrek aan plannen, maar een oerwoud van vergunningen, regels en bezwaren. Elk nieuwbouwproject moet door commissies, inspraakavonden en bezwaarprocedures. Omwonenden vrezen schaduw, gemeenten eisen extra groen, provincies tellen stikstof, en netbeheerders hebben te weinig capaciteit.
Iedereen heeft een punt, maar samen zorgen ze dat er nauwelijks een paal de grond in gaat. Daar komt bij dat de eisen aan woningen steeds verder groeien. Gasloos, duurzaam, energieneutraal – allemaal terecht, maar elke regel maakt het bouwen duurder en ingewikkelder. Het resultaat: juist de woningen die starters en gezinnen hard nodig hebben, verdwijnen in de papieren molen.
Ondertussen gaat de woningnood nergens heen. Jongeren blijven thuis wonen, gezinnen passen zich in te kleine huizen, en de huurprijzen schieten door het dak. We bouwen te weinig, te laat en te duur. De paradox van de nieuwbouw is dat beleid, regels en bezwaren bedoeld zijn om de kwaliteit van wonen te verbeteren, maar in de praktijk vaak leiden tot het tegenovergestelde: geen huis, geen thuis.
De vraag is dus niet alleen hoeveel huizen we bouwen, maar ook of we de moed hebben de vergunningenmolen te versimpelen. Want zolang een bouwplan jaren in de la ligt, blijft het huis van morgen vooral een luchtkasteel van vandaag.
Meer weten? Kijk op Beaufort ERA Makelaars.
De paradox is pijnlijk: iedereen wíl nieuwbouw, maar niemand wil het naast de deur. Bezwaarprocedures stapelen zich op, stikstofregels vertragen, netcapaciteit ontbreekt en grondprijzen rijzen de pan uit. Elk plan wordt een schaakspel tussen projectontwikkelaars, overheden, omwonenden en rechters. De oorzaak? Niet een gebrek aan plannen, maar een oerwoud van vergunningen, regels en bezwaren. Elk nieuwbouwproject moet door commissies, inspraakavonden en bezwaarprocedures. Omwonenden vrezen schaduw, gemeenten eisen extra groen, provincies tellen stikstof, en netbeheerders hebben te weinig capaciteit.
Iedereen heeft een punt, maar samen zorgen ze dat er nauwelijks een paal de grond in gaat. Daar komt bij dat de eisen aan woningen steeds verder groeien. Gasloos, duurzaam, energieneutraal – allemaal terecht, maar elke regel maakt het bouwen duurder en ingewikkelder. Het resultaat: juist de woningen die starters en gezinnen hard nodig hebben, verdwijnen in de papieren molen.
Ondertussen gaat de woningnood nergens heen. Jongeren blijven thuis wonen, gezinnen passen zich in te kleine huizen, en de huurprijzen schieten door het dak. We bouwen te weinig, te laat en te duur. De paradox van de nieuwbouw is dat beleid, regels en bezwaren bedoeld zijn om de kwaliteit van wonen te verbeteren, maar in de praktijk vaak leiden tot het tegenovergestelde: geen huis, geen thuis.
De vraag is dus niet alleen hoeveel huizen we bouwen, maar ook of we de moed hebben de vergunningenmolen te versimpelen. Want zolang een bouwplan jaren in de la ligt, blijft het huis van morgen vooral een luchtkasteel van vandaag.
Meer weten? Kijk op Beaufort ERA Makelaars.
Op de hoogte blijven van onze updates?






-(2).gif)
